Wat is de betekenis van heimwee?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

heimwee

Het begrip heimwee heeft 2 verschillende betekenissen: 1) knagend verlangen naar huis. knagend verlangen naar huis of naar zijn geboorteplaats, geboortestreek of land van herkomst. 2) verlangen naar wat voorbij is. knagend verlangen naar iets wat voorbij is; knagend verlangen naar het verleden.

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heimwee

heimwee - Zelfstandignaamwoord 1. sterk verlangen naar een plek die als thuis ervaren wordt Wegens sterke heimwee kon hun dochtertje nooit bij vriendinnetjes logeren. Woordherkomst Samenstelling van heim (huis, thuis) en wee (pijn)

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

heimwee

heimwee - zelfstandig naamwoord uitspraak: heim-wee 1. sterk verlangen naar huis, of iets anders vertrouwds ♢ de logee kreeg na drie dagen heimwee Zelfstandig naamwoord: heim-wee het heimwee

2024-04-20
MOM's lexicon van de opvoedmisstanden

Marga Schiet (2003)

Heimwee

Je moet nooit aan heimwee toegeven, want dan wordt het alleen maar erger. Heimwee wil zeggen dat je je totaal niet meer op je gemak voelt als je in een vreemde omgeving bent. Een kind wordt er bijvoorbeeld door overvallen als hij ergens gaat logeren. De enige wens is dan om weer zo snel mogelijk naar huis te mogen, waar alles vertrouwd en veilig vo...

2024-04-20
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Heimwee

Heimwee weerspiegelt meestal de pijn over iets, wat onherroepelijk is verloren en het terugverlangen naar de geborgenheid (bijvoorbeeld van het ouderlijk huis).

2024-04-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Heimwee

(ziekelijk) verlangen naar huis of geboorteland

2024-04-20
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Heimwee

Men kan aan het woord zien dat het uit het Duits is overgenomen: het Nederlands kent heem en niet heim en wee in de betekenis pijn riekt ook naar onze oosterburen. Vreemd genoeg is het woord niet uit Duitsland, maar uit Zwitserland tot ons gekomen. Het wordt voor het eerst gebruikt in een medisch geschrift van 1678; men vindt het in de geschriften...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

heimwee

sterk verlange na huis of geboortegrond.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Heimwee

s.n., ûnwen(ne), ûnwennigens, wanwennigens, wenstigens, jank; - hebbend, ûn-, wanwennich, wenstich, wensk.