Heiligmaker
zie hijlikmaker.
Van Dale Uitgevers (1950)
m., 1. die de mensen heilig maakt, tot volmaking brengt, nl. God; 2. zie HIJLIKMAKER.
Dr. L.M. Metz (1937)
Platte stukken honingkoek met snippers, klontjes, pitten en succade bestrooid. Deze koek werd vroeger in den bruidstijd gegeten (hylick: huwelijk). Nog vroeger was het schenken van zulk een koek een soort trouwbelofte.
Dr. C.H. PH. Meijer (1919)
ook hijlikmaker; Ie huwelijksmakelaar; 2e benaming van een soort gebak (platte stukken honigkoek met pitten, snippers en succade er op), welke nu nog in ’t voorjaar verkocht wordt, en vroeger in den bruidstijd gebruikt werd. Hijlik is een bijvorm van huwelijk (zie o. d. w.) ; de vorm heiligmaker is ontstaan door volksetymologie. Ook in '...
J.H. van Dale (1898)
HEILIGMAKER, m. die de menschen heilig maakt, tot volmaking brengt, nl. God; (ook) benaming van eene soort van koek, zie HIJLIKMAKER.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: