Wat is de betekenis van Heila?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heila

heila! - Tussenwerpsel 1. uitroep om iemands aandacht te trekken Gerretje luchtte zijn verkropte woede. "Heila! Zullen jullie je gezicht er eens houden, inktvissen?" Synoniemen hé hei hela

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heila

tw., in dezelfde zin gebruikt als Hei (Hl), 1.—2.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

heila

tw. om de aandacht te trekken.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

heila

('heila) bw. → hei (lIl 3).

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

heila

tw., in dezelfde zin gebruikt als hei.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Heila

HEILA, bw. zie HEI (3de art.).