Wat is de betekenis van Heiig?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heiig

heiig - Bijvoeglijk naamwoord 1. met beperkt zicht door verontreiniging of condensatie Dit is de heiigste dag in weken. Woordherkomst afgeleid van hei met het achtervoegsel -ig Synoniemen dampig, mistig, nevelig, wazig, onhelder

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

heiig

heiig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: hei-ig 1. niet helder ♢ Je kunt niet in de verte kijken, het is een beetje heiig. Bijvoeglijk naamwoord: hei-ig ... is heiiger dan ... het heiigs...

2024-04-24
Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Heiig

Toestand van heiigheid.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heiig

bn., van de lucht, de atmosfeer: wazig, onhelder, inz. bij droog warm weer: van de bergen ivas door de heiige lucht niets te zien.

2024-04-24
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

HEIIG

noemt men de atmosfeer wanneer door zeer kleine stofdeeltjes een lichte sluier over het landschap schijnt te hangen. Bij doorvallend licht is de sluier roodachtig, bij opvallend licht blauwachtig. Heiigheid is niet gebonden aan een bepaald zicht en kan bijv. wel bij goed zicht voorkomen.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

heiig

bn.; mistig, dampig: heiig weer; naar de kust toe was het heiig; verg. dijzig.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

heiig

('heiəch) bn. wazig, onhelder : de lucht is weer.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

heiig

bn., van de lucht, de atmosfeer: wazig, niethelder, vooral bij droog warm weer: van de bergen was door de heiige lucht niets te zien.