Wat is de betekenis van heibelmaker?

2024-04-18
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

heibelmaker

(1906) (Barg.) twistzoeker. Kijk ook onder heibel*. Een ruziezoeker noemt men in de volkstaal ook wel eens een balkbumper*; een haantjepik*; een kribbebijter*; een strontzoeker*. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen: Bronnenboek. 1932) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • Let we...

2024-04-18
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

heibelmaker

ruziemaker.

Gerelateerde zoekopdrachten