Wat is de betekenis van heibel?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

heibel

(1903) (inf.) herrie; drukte; rumoer; ruzie. Via het Jiddisch ontleend aan het Hebr. hèwel (adem, wind, damp, ijdele praatjes, leegheid). 'Heibel maken': ruzie maken. Een 'heibeltje' slaat op ongeregeldheid, rellen, gekijf. • Toe ben 'k natuurlijk 'n hijbel gaan make, al was dat kappie d'r ook zoo onnoozel an as 'n … as die dooi...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heibel

heibel - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) ruzie Woordherkomst Herkomst: Bargoens

2024-04-20
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

heibel

drukte, rumoer, herrie, ruzie In 1903 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst, in de vorm hijbel. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke, als heibel. Ook aangetroffen in de vormen haabel, habel en haabil. Waarschijnlijk is ook heilie...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

heibel

heibel - zelfstandig naamwoord uitspraak: hei-bel 1. toestand van kwaad zijn op elkaar ♢ er is de laatste tijd veel heibel in de vakbeweging Zelfstandig naamwoord: hei-bel de heibel Synoniemen bonje, c...

2024-04-20
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

heibel

(< Jidd. heiwel < Hebr. hèwel, wind, nietigheid), 1. ruzie, herrie: Kom jongis, loate me’r gein haabil om moake, loate me nog ’n hassebassie neime, op de eiwige freide, SMIS1 44; 2. drukte, ophef: ‘Moos Lef, vertel eens ... op welke wijze gij dit kranige heldenfeit hebt uitgevoerd.’ ‘Commandant moet u daar...

2024-04-20
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

heibel

Het woord heibel ('drukte' of 'ruzie') is afkomstig van a het Oudnederlandse hebbelick, ‘onaangename gewoonte’; b Hebei, het Duitse woord voor ‘krachtige arm’; c hebhel, een Hebreeuws woord voor ‘ijdele praatjes’.

2024-04-20
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Heibel

ruzie, spektakel; de Jiddisch herkomst is twijfelachtig, misschien van het Hebreeuws hewel (zie aldaar), zoals zeibel van zewel en eibeg van ewig.

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Heibel

(Barg.) drukte, rumoer, herrie, ruzie ; heibelmaker : ruziestoker.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Heibel

s., heibel; — maken, heibelje.