Wat is de betekenis van Heg?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heg

heg - Zelfstandignaamwoord 1. een (meestal lijnvormige) aanplanting van struiken en/of bomen die dient om ruimten te scheiden Synoniemen haag

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

heg

heg - zelfstandig naamwoord 1. omheining van struiken ♢ de buren hebben een heg van buxusplanten 1. ergens heg nog steg weten [er totaal de weg niet weten] Zelfstandig naamwoord: heg ...

2024-04-24
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

heg

(zn) haag BM, EK, LC, TM.

2024-04-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

heg

heg - Beplantingen van struiken of houtachtige gewassen in een rij, meestal als hekken, afscheidingen of windbrekers.

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

heg

stewig, vas, heining; geheg, vasmaak, bevestig, vasbind; toeken.

2024-04-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Heg

De h. of haag is een beproefd middel om terreinen of terreindelen af te heinen. In vele weidegebieden langs de rivieren trof en treft men heggen aan van dooreen geplant, op die grond inheems plantenmateriaal: meidoorn, sleedoorn, veld-esdoorn, kornoelje, haagbeuk, beuk, enz. In de oude voorstedelijke groentegebieden (slatuinen enz.) en in de bollen...

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Heg

s., haech, hage.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heg

ook HEGGE, v. (heggen), 1. haag, rij van naast elkaar geplaatste struiken tot afscheiding : de heg snoeien ; geschoren (in bep. gedaante gesnoeide) heggen ; — droge heg, afheining, omtuining van afgesneden takken; 2. (gew.) lager gelegen zoom van groengrond rondom het bouwland; 3. kreupelhout; hakhout, akkermaalshout ;...