Wat is de betekenis van HEESWIJK?

2024-04-25
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

HEESWIJK

dorp in de Noordbrabantse gemeente Heeswijk-Dinther, opgekomen rond het gelijknamige kasteel (zie Heeswijk-Dinther) en tot 1 jan. 1969 een zelfstandige gemeente, toen het werd samengevoegd met de gemeente Dinther. Ook naam van een buurtschap in de Noordbrabantse gemeente Cuijk en Sint-Agatha.

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Heeswijk

gemeente in de prov. N.-Brabant, 1530 ha, 2066 inw. Landbouw. Norbertijner abdij.

2024-04-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

HEESWIJK

Noordbrabantse landbouwgemeente van 1522 ha in de Meierij van Den Bosch, met (1950) 2185 R.K. inw. Van de bodem, die hoofdzakelijk uit zand bestaat, is ca 48 pct bouwland en 52 pct grasland. De plaats zelf ligt aan de A en telt (1947) 1465 inw., van wie 212 in de Abdij van Berne, een in de 17de eeuw hier gesticht klooster van de Norbertijnen of Pra...

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Heeswijk

('he:s) [→ Hees + wijk] gemeente in Noordbrabant 1530 ha, 1851 inw. Landbouw.

2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Heeswijk

Heeswijk - gem. in N.-Brab., 2 uur ten O. van Den Bosch, groot 1528 H.A., bijna geheel zandgrond, met 1200 inw., die van landbouw bestaan. Hot dorp H. ligt aan de tramlijn Den Bosch—Berlikum—Veghel, en telt 300 inw. Er is een fraai kasteel met oudheden, aan de Aa. — De abdij van H. is door de Norbertijnen van de Abdij van Bern gesticht. De tegenwoo...

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Heeswijk

Ned. dorp in de gemeente →HeeswijkDinther.

2024-04-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Heeswijk

1) Gehucht in de gem. Kuik, N.-Brab. 2) Gehucht in de gem. Linschoten, Utrecht. 3) Buurt in de gem. Montfoort, Utr.

2024-04-25
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Heeswijk

dorp in de nederl. prov. N.-Braband, anderhalf uur gaans benoordw. Veghel; werd tweemaal platgebrand door de Gelderschen (1398 en 26 Jan. 1512), en leed van overstrooming 1757.