Wat is de betekenis van Heers?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heers

heers - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heersen ♢ Ik heers 2. gebiedende wijs van heersen heers! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heersen heers je?

2024-03-29
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Heers

Heers, Raas van, Luiks politicus, burgemeester van Luik, +25.10.1477 Luik. Van Heers was leider van de anti-Bourgondisch partij in Luik. Hij maakte in 1461 een einde aan de fiscale willekeur van de bisschop in het Land van Loon. Uiteindelijk moest Van Heers echter vluchten voor bisschop → Lodewijk van Bourbon. Pas kort voor zijn dood kon hij terugk...

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

heers

geheers, regeer; voorkom.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heers

v., (gew.) 1. zevenblad; 2. gierst.