Wat is de betekenis van Heenreis?

heenreis - Zelfstandignaamwoord 1. van huis naar een bestemming toe, eenste deel van een retourtje ♢ De ex-nazi en latere NASA-directeur Werner von Braun meende in 1963 dat het in 1986 mogelijk zou zijn een bemande Marsvlucht uit te voeren. Hij zag een retourvlucht voor zich, want „niemand wil de ruimte in om...

heenreis - zelfstandig naamwoord uitspraak: heen-reis 1. waar men naar toe reist ♢ de heenreis naar Amsterdam duurde anderhalf uur Zelfstandig naamwoord: heen-reis de heenreis Tegenstellingen terugreis

die reis van die verblyfplek na ‘n plek toe.

s., hinnereis.

...

v. (...reizen), de reis of tocht naar een plaats toe (in tegenst. met de terugreis) : ik heb op de heenreis oponthoud gehad.

v. heenreizen; de reis naar een plaats; de tegenst. is terugreis.

('he:n) v. (...reizen) reis ergens naar toe.

v./m. (-reizen), de reis of tocht naar een plaats toe (in tegenst. tot de terugreis): ik heb op de — oponthoud gehad.