Wat is de betekenis van Heenloopen?

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Heenloopen

HEENLOOPEN, (liep heen, is heengeloopen), wegloopen boos liep hij heen; — loop heen !, loop rond !, dat meent ge niet, ik geloof er niets van.

Gerelateerde zoekopdrachten