Wat is de betekenis van Heelvleesch?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Heelvleesch

HEELVLEESCH, o. geneesvleesch, vleesch dat lichtelijk heelt: hij heeft goed (of kwaad) heelvleesch.

Gerelateerde zoekopdrachten