heelmeester
geneesheer. iemand die op grond van een academische graad bevoegd is de geneeskunde te beoefenen; geneesheer; dokter; arts. Ook wel in ironisch gebruik. Voorbeelden: Het gedicht uit 1524 schetst de somatische klachten en martelende pijnen die door de afwijzende geliefde teweeg worden gebracht. 'Nooit heeft een geleerde ie...