Wat is de betekenis van Hebzucht?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hebzucht

hebzucht - Zelfstandignaamwoord 1. een overdreven begeerte naar materieel gewin Hun hebzucht is vaak wat uiteindelijk dictators ten val brengt. Wouter Bos: «De hele crisis betekent de definitieve teloorgang van een systeem dat is gebaseerd op hebzucht, on...

2024-04-24
Michiel Van Vugt

Auteur van Net Iets Slimmer ● Vermogensplanner

Hebzucht

Hebzucht is de drijfveer meer te willen hebben. Dit geldt voor spullen, geld, waardering, status, vrienden etc. Het wordt ook wel gezien als de angst voor het missen van een kans. Hebzucht blijkt op verschillende momenten. Bekende voorbeelden vinden we op de beurs. Veel bekende beleggingszeepbellen ontstaan uit hebzucht. Een van eerste bubbels is...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hebzucht

hebzucht - zelfstandig naamwoord uitspraak: heb-zucht 1. de neiging om alles te willen hebben ♢ het is alleen maar hebzucht dat hij die appels meenam Zelfstandig naamwoord: heb-zucht de hebzucht

2024-04-24
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

HEBZUCHT

is een ondeugd die bestaat in een ongeregeld begeren en willen vasthouden van geld en goed. Ongeregeld is het begeren in zover het rechten van anderen voorbijziet en geen rekening ermee houdt dat de aardse goederen geen doel zijn doch slechts middelen voor een goed menselijk leven en wel middelen waarop, ook wanneer zij rechtmatig worden bezeten, e...

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hebzucht

s., habsucht, bigearigens, bigearlikens.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hebzucht

v., sterke begerigheid naar geld of goed : zijn hebzucht kent geen grenzen.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hebzucht

v., inhaligheid, gierigheid.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hebzucht

('hep) v. zucht, sterke begeerte naar het hebben. Syn. →: baatzucht.