heb
...
Van Dale Uitgevers (1950)
m., het hebben, in vaste uitdr. : het is allemaal om de heb; hij is voor de heb, hebzuchtig : hij is van Kleef, hij houdt meer van de heb dan van de geef.
Wiktionary (2019)
heb - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hebben ♢ Ik heb 2. gebiedende wijs van hebben ♢ heb! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hebben ♢ heb je?
Jozef Verschueren (1930)
m. het hebben, bezit, alleen in uitdrukkingen : hij houdt meer van de – dan van de geef; voor de – zijn, hebzuchtig.
J.H. van Dale (1898)
HEB, m. in de uitdr. hij is van Kleef, hij houdt meer van den heb dan van den geef; (gew.) hij is voor den heb, hij is hebzuchtig.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: