Wat is de betekenis van Hazenspat?

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hazenspat

v., (bij paarden) een beenuitwas achter aan het spronggewricht bij en aan het griffelbeen.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hazenspat

HAZENSPAT, v. (veearts.) (bij paarden) een beenuitwas achter aan het spronggewricht bij en aan het griffelbeen; ...STRIK, m. (-ken), strik om hazen te vangen; ...TUK, m., ...TUKJE, o. (-s), hazenslaap; ...VLEESCH, o. vleesch van een haas hazenvleesch gegeten hebben. bang zijn, gauw op de vlucht gaan.

Gerelateerde zoekopdrachten