haspels
haspels - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord haspel Synoniemen haspelen
Wiktionary (2019)
haspels - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord haspel Synoniemen haspelen
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Z.g. zeskanter in verfmolens, bedoeld om kluiten en ongerechtigheden uit de gemalen verfstof te zeven. (Molenwoordenboek B.D. Poppen)
Jozef Verschueren (1930)
('haspәls) (George) Nederlands schrijver. ° 7 apr. 1864 te Nijmegen, ♰ 16 dec. 1916 te Arnhem; gaf o. a. schetsen uit: Vreugden van Holland (1900), Zee en Heide (1902).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Haspels - (George Frans), Nederl. schrijver, geb. 1864 te Nijmegen, stud. te Utrecht in de godgeleerdheid, 1888 Hervormd predikant te Colmschate, sinds 1901 te Rotterdam. Begon zijn litterairen loopbaan onder den schuilnaam Compassion met twee romans : Frans Burgstein en Abhurck. Daarna verschillende onder eigen naam : Herrijzenis, Boete (1907, 2 d...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Derk Jan Adrianus, Ned. toneelspeler, *17.11.1837 Nijmegen, ♱13.4.1903 Rotterdam; broer van J.M.→Haspels. Haspels debuteerde in 1860, was werkzaam bij het gezelschap-Valois te s-Gravenhage en kwam in 1874 te Rotterdam (o.a. bij het gezelschap van A.J.le →Gras en Van Zuylen en bij andere combinaties). Hij was de pionier van het beschaafde...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: