Wat is de betekenis van hartstocht?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hartstocht

hartstocht - Zelfstandignaamwoord 1. sterke drang van de zinnelijke natuur 2. waar het hart sterk naar uitgaat, passie 3. onstuimige liefde zij las graag romans over ziedende, alles verzengende hartstocht tussen arme beeldschone vrouwen en heren van adel Woordherkomst samenstellin...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hartstocht

hartstocht - zelfstandig naamwoord uitspraak: harts-tocht 1. groot verlangen naar iets, of grote liefde voor iets ♢ wielrennen is haar hartstocht Zelfstandig naamwoord: harts-tocht de hartstocht Synoniemen...

2024-04-20
Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

HARTSTOCHT

hevige gemoedstoestand gericht op een exclusief iets en in staat de zichtbare wereld zoals we hem zien, te veranderen (verblinding). Ribot vergelijkt de hartstocht met een → idée-fixe die het gehele bewustzijn in beslag neemt en de andere gedachten min of meer verduistert. Liefde, haat, hebzucht zijn hartstochten die al onze energie kun...

2024-04-20
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

HARTSTOCHT

betekent letterlijk: datgene waarnaar het hart getrokken wordt (tocht = trek). Verwant hiermede is het woord zucht (ook verwant met trekken), bijv. in eerzucht, drankzucht. Men gebruikt het woord thans bij voorkeur voor een sterke, soms overweldigende drang, drift of zucht en dan dikwijls in een zedelijk ongunstige betekenis vanwege de onbeheersthe...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hartstocht

s., (herts)tocht, -tochtme.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hartstocht

m. (-en), 1. sterke drang, drift der (zinnelijke) natuur om te voldoen aan hetgeen zij begeert, passie (abstr. en concr.), soms met de gedachte dat men zich daardoor tot daden laat vervoeren die het verstand afkeurt, onstuimigheid in doen of in denken: de slaaf zijn van zijn hartstochten; zich door zijn hartstochten laten medeslepen (of b...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hartstocht

m. -en, 1. heftige onstuimige drang van de zinnen; een of andere drang of drift der zinnen: de mens met zijn neigingen, begeerten, hartstochten; lage hartstochten; 2. heftige, onstuimige genegenheid tot, liefde voor: een hartstocht hebben voor wetenschap, voor de jacht; 3. inz. zinnelijke liefde: geen reine liefde, maar hartstocht.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Encyclopedie voor Ziel- en Opvoedkunde

Drs. P. Wijkema (1936)

Hartstocht

het ongeremde streven naar het volvoeren van bepaalde handelingen of het verkrijgen van bepaalde materiële of geestelijke goederen.