Wat is de betekenis van Hartelijk?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hartelijk

hartelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. (van personen) aardig, gastvrij en spontaan Wat een hartelijke man bent u toch! 2. (van uitingen) eerlijk, oprecht Ik wil daarvoor mijn hartelijke dank tonen. Woordherkomst Afleiding van hart met het...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hartelijk

hartelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: har-te-lijk 1. vriendelijk, spontaan, gastvrij ♢ hij is erg hartelijk als je op bezoek komt 1. hartelijk gefeliciteerd [gelukwens bij een verjaardag]...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hartelijk

adj. & adv., hert(e)lik; ik zal je danken, ik tankje dy feestlik.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hartelijk

bn. bw. (-er, -st), I. bn., 1. uit het hart komende, innig, diep, warm, welgemeend : mijn hartelijke dank; hartelijke genegenheid; een hartelijk woord; — vol warme, oprechte betuigingen en gevoelens: een hartelijke toespraak; een hartelijke brief; — innig, vriendelijk, warm : een hartelijke ontvangst; de harteli...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hartelijk

I. bn. 1. blijk dragende te komen uit het hart: innig, diep; waar; ongeveinsd: dat is hartelijk van je; de hartelijkste deelneming: de hartelijke groeten van ons allen; een hartelijke lach, gul; 2. sterk gezouten of gekruid; Z.-N. ook: smakelijk, pittig, voedzaam; zie hartig: de soep is hartelijk vandaag; 3. vol van warme oprechtheid, goedwillighei...

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hartelijk

('hartәlәk) bn. en bw. (-er, -st) 1. met oprechte genegenheid (geschiedend): dat is van je; een -e brief; ik betuig u bij deze mijn -ste dank: de ontvangst was -; lachen; - welkom; het spijt ons -. Syn. innig. 2. Iron. geducht: een -e vermaning; er voor bedanken, er niets van moeten hebben. 3. nog al tamelijk sterk gezouten: de soep is -. 4....

2024-04-19
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Hartelijk

D. w. z. opgeruimd, met het gansche hart, dus onverdeeld iets doen, bijv. liefhebben. Dat past den geloovigen tegenover God, Die zijn groote barmhartigheid aan hen bewezen heeft. Ik zal u hartelijk liefhebben, Heere, mijn sterkte (Ps. 18 : 2). Dat past den geloovigen onderling, omdat zij allen kinderen zijn van één God en Vader. Hebt...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hartelijk

bn. enbw. (-er, -st), I. bn., 1. uit het hart komend, innig, diep, warm, welgemeend: mijn hartelijke dank; — dank voor uw brief; hartelijke genegenheid; een — woord; vol warme, oprechte betuigingen en gevoelens: een hartelijke toespraak; een hartelijke brief; innig, vriendelijk, warm: een hartelijke ontvangst; de hartelijke groeten van...