harses
Het begrip harses heeft 2 verschillende betekenissen: 1) hoofd. hersens; ook: plaats waar de hersens zich bevinden; hoofd. 2) mond.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip harses heeft 2 verschillende betekenissen: 1) hoofd. hersens; ook: plaats waar de hersens zich bevinden; hoofd. 2) mond.
Marc De Coster (2020-2024)
(1902) (inf.) hersens; hoofd. ‘Hou je harses’: zwijg. ‘In z’n harses gepikt zijn’: gek zijn. ‘Hoe haal je het in je harses?’ hoe kom je erbij? • 'In z'n harses gepikt zijn' is een Amsterdamse uitdrukking voor 'gek zijn'. Hij had ten minste gezeid dat-i ze d'r harses in zou slaan, die vuile sodemieters...
Wiktionary (2019)
harses - Zelfstandignaamwoord 1. (informeel) hersens, hoofd, kop ♢ Dat had ik met m'n duffe harses even niet gezien; ik wil koffie. Woordherkomst Een verbastering van hersens.
Muiswerk Educatief (2017)
harses - zelfstandig naamwoord uitspraak: har-ses 1. centrum van zenuwstelsel onder je schedel ♢ de moordenaar heeft hem de harses ingeslagen 1. hou je harses! [hou je mond!] ...
Marc de Coster (1998)
in zijn - geprikt Amsterdamse uitdr. voor ‘gek’. Harses is een dialectische vorm van hersens,hier gebruikt in de zin van ‘hoofd, kop’. Bij Piet Bakker (Cis de Man,1947) lezen we: ‘Vind jij ’t zo’n feest om een granaatscherf in je harses te krijgen?’
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: