Wat is de betekenis van Harry?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Harry

1) (1984) (ook: Harrie) (jeugd) niet al te snugger iemand; sukkel. Misschien een verwijzing naar de door Marnix Rueb getekende en geschreven serie over ene Haagse* Harry, een in trainingspak geklede Hagenaar die vaak naar het Scheveningse strand gaat. • Harry: niet al te snuggere figuur. (Kristiaan Laps: Nationaal scheldwoordenboek....

2024-04-25
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Harry

Zie Hendrik

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Harry

Harry - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

2024-04-25
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Harry

Een enkele keer trof ik in het materiaal de verwensing dikke Harry! aan. Van Dale13 kent haar ook en definieert haar met ‘bekijk het maar!’ Harry is hier een substituut voor penis. Dat mannelijke persoonsnamen tot soortnaam van het mannelijk lid worden, is niet vreemd. Wij zien dat ook in de verwening krijg polio...

2024-04-25
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Harry

m -> Hendrik (Eng.).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Harry

('hærri) m. (-’s) [Eng.] ➝ Henricus.

2024-04-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Harry

zie Hendrik.