Wat is de betekenis van Harring?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Harring

m. (-en), metalen ring om de nok der achterhar van een sluis- of poortdeur.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

harring

m. -en (uit har + ring): metalen ring om de nok der achterhar ener sluisdeur; ook: halsbeugel.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Harring

HARRING, m. (-en), metalen ring om den nok der achterhar eener sluis- of poortdeur.

2024-04-25
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Harring

Harring (Harro Paul), een bekend Duitsch schrijver, geboren den 28sten Augustus 1798 te Ibensdorf bij Husum, zag zich, na het ontvangen van zeer gebrekkig onderwijs, bij de belastingen geplaatst, wijdde zich vervolgens te Kopenhagen aan de schilderkunst, en bezocht in 1819 de schilderacadémie te Dresden. Reeds vroeg verschenen van hem: „Blüten der...