Wat is de betekenis van Harmoniekapel?

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Harmoniekapel

v. (-len), harmoniegezelschap.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

harmoniekapel

(harmo'ni) v. (-len) harmoniegezelschap.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

harmoniekapel

v./m. (-len), harmoniegezelschap. harmonieleer, v./m., de leer van samenklanken, van hun verbindingen en van hun betekenis ten opzichte van de toonsoort. (e) De Duitse muziektheoreticus K.W.H.→Riemann heeft aangetoond dat alle harmonieën tot drie functies zijn te herleiden: tonica (T), dominant (D) en subdominant (S). De praktische harmon...

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Harmoniekapel

HARMONIEKAPEL, v. (-len), harmoniegezelschap; ...LEER, v. (muz.) de leer voor de verbinding der akkoorden; ...MUZIEK, v. compositie voor een orkest van blaas(hout en koper) en slaginstrumenten, (ook) de uitvoering van zulk een orkest; —ORKEST, o. (-en), orkest voor harmoniemuziek.

Gerelateerde zoekopdrachten