Harmoniekapel
v. (-len), harmoniegezelschap.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-len), harmoniegezelschap. harmonieleer, v./m., de leer van samenklanken, van hun verbindingen en van hun betekenis ten opzichte van de toonsoort. (e) De Duitse muziektheoreticus K.W.H.→Riemann heeft aangetoond dat alle harmonieën tot drie functies zijn te herleiden: tonica (T), dominant (D) en subdominant (S). De praktische harmon...
J.H. van Dale (1898)
HARMONIEKAPEL, v. (-len), harmoniegezelschap; ...LEER, v. (muz.) de leer voor de verbinding der akkoorden; ...MUZIEK, v. compositie voor een orkest van blaas(hout en koper) en slaginstrumenten, (ook) de uitvoering van zulk een orkest; —ORKEST, o. (-en), orkest voor harmoniemuziek.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: