Wat is de betekenis van harmonica?

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

harmonica

Het begrip harmonica heeft 4 verschillende betekenissen: 1) mondharmonica. klein rechthoekig blaasinstrument dat aan de zijkanten bedekt is met metalen schilden en aan de bovenkant voorzien is van een rooster waaronder zich lamellen bevinden die gaan trillen wanneer er met de mond in dat rooster geblazen wordt, en dat hoofdzakelijk gebruikt...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

harmonica

harmonica - zelfstandig naamwoord uitspraak: har-mo-ni-ca 1. muziekinstrument met blaasbalg en toetsen dat je moet uittrekken en in elkaar duwen ♢ deze zigeuner is evirtuoos op de harmonica Zelfstandig naamwoord: har-mo-ni-ca ...

2024-04-23
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

harmonica

→ accordeon

2024-04-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Harmonica

[Gr. hè harmonikè (technè) = toonkunsttheorie] welluidendheidsleer.

2024-04-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Harmonica

bekend door Franklin uitgevonden muziekinstrument; harmonicatrein: trein met rijtuigen die een invouwbare verbinding met elkaar hebben,

2024-04-23
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Harmonica

glasharmonica; harmonica à bouche, mondharmonica.

2024-04-23
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

harmonica

mondharmonica.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Harmonica

v. (-s), 1. muziekinstrument, hetzij uit aangeslagen staven of klokjes bestaande (glasharmonica, w. g.) of als trekharmonica (accordeon) uit een balg waarbij de lucht bij het in- en uitschuiven stalen veren in trilling brengt; ook bij verkorting voor mondharmonica; — chemische harmonica, een verticale, open glazen...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

harmonica

v. door Franklin uitgevonden speeltuig, uit glasklokken op een rol bestaande; bekend muziekinstrument, waarbij de ene hand de toetsen bespeelt, terwijl de andere de blaasbalin beweging houdt en de bastonen bespeelt.