harmonica
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip harmonica heeft 4 verschillende betekenissen: 1) mondharmonica. klein rechthoekig blaasinstrument dat aan de zijkanten bedekt is met metalen schilden en aan de bovenkant voorzien is van een rooster waaronder zich lamellen bevinden die gaan trillen wanneer er met de mond in dat rooster geblazen wordt, en dat hoofdzakelijk gebruikt...
Muiswerk Educatief (2017)
harmonica - zelfstandig naamwoord uitspraak: har-mo-ni-ca 1. muziekinstrument met blaasbalg en toetsen dat je moet uittrekken en in elkaar duwen ♢ deze zigeuner is evirtuoos op de harmonica Zelfstandig naamwoord: har-mo-ni-ca ...
Dr. B.M. Parker (1959)
Ongeveer 200 jaar geleden waren er componisten, die muziek begonnen te schrijven voor een nieuw instrument, dat ‘harmonica’ genoemd werd. Het werd waarschijnlijk in Duitsland uitgevonden (sommigen schrijven de uitvinding echter toe aan de Amerikaan Benjamin Franklin) en bestond uit een reeks glazen, die tot op verschillende hoogte met water gevuld...
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
bekend door Franklin uitgevonden muziekinstrument; harmonicatrein: trein met rijtuigen die een invouwbare verbinding met elkaar hebben,
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: