Wat is de betekenis van Haringvanger?

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haringvanger

m. (-s).

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Haringvanger

HARINGVANGER, m. (-3), die op de haringvangst uitzeilt; ...VANGST, v. het visschen van de haring; ...VISCH, m. (...visschen), (nat. hist.) het geslacht van visschen, waartoe de gewone haring, de ansjovis, de sprot en de elft behooren; ...VISSCHER, m. (-s); ...VISSCHERIJ, v. haringvangst; ...VROUW, v. (-en), die haring verkoopt; ...WANT, o. har...

Gerelateerde zoekopdrachten