Wat is de betekenis van happig?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

happig

happig - Bijvoeglijk naamwoord 1. gretig, begerig, enthousiast Hij was niet de meest happige kandidaat om de nieuwe baan te krijgen. Woordherkomst afgeleid van hap met het achtervoegsel -ig Verwante begrippen belust, verlekkerd

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Happig

adj., happich.

2024-03-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Happig

gulzig, happig; bar, erg.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)