Wat is de betekenis van Handwagen?

2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Handwagen

s., skoukarre.

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Handwagen

m., HANDWAGENTJE, o. (-s), 1. wagen op twee wielen die met de hand wordt voortgeduwd; 2. (Ind.) rijtuig voor één paard om zelf te mennen.

2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

handwagen

m. handwagens (handkar).

Wil je toegang tot alle 6 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

handwagen

('hant) m. (-s; -tje) 1. Algm. wagen op twee wielen die met de hand wordt voortgeduwd. 2. O.I. rijtuig voor één paard dat men zelf ment.