Wat is de betekenis van Handvogel?

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Handvogel

m. (-s), (jag.) jachtvogel, afgericht om van de hand te vliegen en er weer op terug te keren.

2024-03-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

handvogel

('hant) m. (-s) jachtvogel afgericht om van de hand af te vliegen en er weer op terug te komen : de valk wordt als gebruikt.

2024-03-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

handvogel

m. (-s), jachtvogel, afgericht om van de hand te vliegen en er weer op terug te keren.

Wil je toegang tot alle 4 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Handvogel

HANDVOGEL, m. (-s), (jag.) valk, afgericht om op de hand te zitten.

Gerelateerde zoekopdrachten