Wat is de betekenis van Handpaard?

het in een tweespan rechts lopende paard; het andere heet zadelpaard, omdat de ruiter links zit wanneer hij nog een handpaard meevoert.

o. (-en), 1. paard (inz. als reserve) dat met de rechterhand medegevoerd wordt door een ruiter, op een ander paard gezeten ; 2. het linkse paard in een span (ongewoon voor het rechtse); 3. (zeilv.) eind touw op het kluifhout waaraan men zich vasthoudt als het zeil hevig slaat.

noemt men, van achter naar voren gezien, in elk span het rechter- of vandehandse paard.

rechter- of bijdehandsche paard i/e span.

Handpaard - 1) het paard, dat door den ruiter naast zich aan de hand wordt geleid. Om paarden van gesneuvelden en gewonden te behouden, kan men ze als h. doen volgen. Overcomplete paarden, het tweede paard van bereden officieren, de pakpaarden der mitrailleurs op draagzadel, enz. worden als h. meegevoerd. — 2) De paarden der afgezeten ruiters, die...

HANDPAARD, o. (-en), het bijdehandsche paard; — (zeew.) eind touw waaraan men zich vasthoudt als het zeil hevig slaat; ...PALM, v. (-en), de palm der hand, vlakke hand; ...PAPIER, o. (pap.) met de hand geschept papier; ...PEER, v. (...peren), peer die uit de hand gegeten wordt; ...PENNEN, v. mv. groote slagpennen der vogels; ...PENNING,...