Wat is de betekenis van Handopening?

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Handopening

v. (-en), (Prot.) verlof door de landsregering of door de classis aan de kerkeraad gegeven om over te gaan tot het beroepen van een predikant.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

handopening

v. handopeningen (vero. verlof om met of in iets voort te gaan; inz. vrijheid aan de kerkeraad verleend om over te gaan tot het beroepen van een predikant).

2024-04-20
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Handopening

De toestemming door de landsregeering aan den kerkeraad eener Hervormde gemeente gegeven, om over te gaan tot de beroeping van een predikant. Door die handopening heeft de kerkeraad zekerheid, dat aan den predikant een rijkstractement wordt toegekend en de Regeering heeft daardoor toezicht op de predikantsbenoemingen. Verplichting tot de aanvraag v...

2024-04-20
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Handopening

De uitdrukking „handopening” komt uit den tijd der Republiek, toen de kerken haar tractementen van de overheid ontvingen. Dit was niet in orde. De kerkelijke goederen, die vroeger aan de Roomsche kerken behoorden en rechtstreeks voor het onderhoud van den pastoor, den koster en het kerkgebouw gegeven waren, hadden bij de reformatie in d...

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

handopening

v. (-en), (Ned.-Herv. Kerk), vrijheid, aan de kerkeraad verleend om over te gaan tot het beroepen van een predikant.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Handopening

HANDOPENING, v. (-en), (kerk.) verlof om over te gaan tot het beroepen van een predikant; ...OPLEGGING, v. (kerk.) wijding (eens priesters), inzegening (van een predikant) door het opleggen der handen.

Gerelateerde zoekopdrachten