Wat is de betekenis van Handkoud?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Handkoud

bn., nog niet zeer koud, zodat men 't alleen aan de handen voelt: 't begint al handkoud te warden.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

handkoud

bn. niet zeer koud.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Handkoud

HANDKOUD, bn. niet zeer koud ’t begint al handkoud te worden.

Gerelateerde zoekopdrachten