Wat is de betekenis van handigheid?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

handigheid

handigheid - Zelfstandignaamwoord 1. een handeling om op een slimme manier een doel te bereiken Door een handigheid kon het geld toch worden uitgekeerd. Woordherkomst afgeleid van handig met het achtervoegsel -heid Synoniemen bedrevenheid, bekwaamheid, vaardigheid Verwa...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

handigheid

handigheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: han-dig-heid 1. hoe goed of hoe snel je iets kunt ♢ als je veel oefent, krijg je er meer handigheid in 2. slimme manier om iets te doen ♢ ik weet we...

2024-04-19
Het Lexicon van de gedragsbiologie

Mark Nelissen (1996)

handigheid

handigheid - in de betekenis van links- of rechtshandigheid. De voorkeur van een dier om de linker- of rechterhand of -voet te gebruiken. Het komt voor bij enkele vogelsoorten (papegaaien) en vele zoogdieren (rat, kat...), vooral bij de primaten. Bij deze laatsten is h. gekoppeld aan een differentiële werking van rechter- en linkerhemisfeer. Bij am...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Handigheid

s., handigens, feardigens, tûkens, rêddigens, rêdsumens, byderhantens; erin bezitten, der op ôfjage wêze; -je, kunstke (it), goai.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Handigheid

v. (...heden), I. behendigheid, bedrevenheid, vaardigheid; 2. iets dat handig gedaan wordt; 3. gemakkelijkheid in het gebruik.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

handigheid

v. (...heden) 1. Eig. het handig zijn. 2. Metn. uiting van handigheid : de hebben om...

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

handigheid

v. (-heden), 1. behendigheid, bedrevenheid, vaardigheid; 2. iets dat handig gedaan wordt; 3. gemakkelijkheid in het gebruik.