handel
1) (1972) (euf.) (meestal verkleinvorm) mannelijk geslachtsorgaan. Van het Engelse 'handle' (handvat) maar met een Nederlandse uitspraak van de a. Of gaat het hier om een interpretatie van de informele betekenis van 'handel', nl. spulletje? • Maar toen ik hem naakt en met een stijve pik aan Lionel wilde voorstelle...