Wat is de betekenis van Handdadig?

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

handdadig

medepligtig.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Handdadig

bn., (van personen) schuldig aan een delict of misdadig feit; (ook) medeplichtig.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

handdadig

bn., bw. (medeplichtig; met de hand slaande): aan iets handdadig zijn.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

handdadig

(han'da:dəch) bn. en bw. 1. met der daad schuldig. 2. medeplichtig, schuldig : aan iets zijn.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

handdadig

bn., (van personen) schuldig aan een delict of misdadig feit; (ook) medeplichtig.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Handdadig

HANDDADIG, bn. (van personen) schuldig aan een delict of misdadig feit, (ook) medeplichtig. HANDDADIGE, m. en v. (-n), de dader van een strafbaar feit, misdadiger, (ook) medeplichtige.

Gerelateerde zoekopdrachten