Wat is de betekenis van Hamei?

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Hamei

slagboom

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hamei

v. (-en), 1. (veroud.) slagboom, sluitboom; 2. (wapenk.) wapenfiguur best. uit drie verkorte fazen, met kleine tussenruimten boven elkaar geplaatst; 3. hekwerk vóór de brug die toegang geeft tot de poort van een stad of een vesting; voorpoort (niet: valhek); — (gew.) traliehek dat de ingang van een buitenplaats of voorna...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hamei

v. hameien (o.-Fr. hamée: slagboom; neerlaatbaar ijzeren sluithek met punten).

2024-04-25
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Hamei

Afsluithek, slagboom, afsluiting. Fr. Hamade. Misschien is het woord van Germaanschen oorsprong en verwant met „hemmen” tegenhouden.In het Middel-Nederlandsch werd het woord gebruikt in de beteekenis van hek op een erf of buitenplaats; verder voor een omrastering, voor een beweegbaren sluitboom en voor een grendelboom (knevel) van deure...

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hamei

(ha'mei) v. (-en) 1. Algm. sluitboom : een aan vensters of deuren. 2. Inz. draaiend hek voor de brug van een oude stad of kasteel.

2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Hamei

Hamei - de horizontale balk van een hameigebint. Zie OPHAALBRUG. — In de herald. een soort van slagboom, voorgesteld door drie dwarsbalken, welke de zijden van het schild niet raken, en ook door niets aan elkaar verbonden zijn.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hamei

v./m. (-en), 1. (heraldiek) wapenfiguur bestaande uit drie verkorte fasen, met kleine tussenruimten boven elkaar geplaatst; 2. hekwerk vóór de brug die toegang geeft tot de poort van een stad of een vesting; voorpoort; 3. de horizontale balk op de stijlen van een ophaalbrug, waarop de balans rust.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hamei

HAMEI, v. (-en), (w. g.) slagboom, sluitboom; (wapenk.) eene wapenfiguur, voorgesteld door drie verkorte fazen, die met kleine tusschenruimten boven elkaar zijn gesteld; — (bij kasteden en poorten) een ijzeren of houten sluithek met punten van onderen, dat van boven af neergelaten werd om den toegang te versperren; — (gew.) een tralieh...