halzen
halzen - Werkwoord 1. om de hals vallen halzen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hals Woordherkomst afgeleid van hals met het achtervoegsel -en
Wiktionary (2019)
halzen - Werkwoord 1. om de hals vallen halzen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hals Woordherkomst afgeleid van hals met het achtervoegsel -en
Van Dale Uitgevers (1950)
(halsde, heeft gehalsd), 1. (gew.) slikken, inzwelgen: hij at zoveel als hij halzen kon; het regent zo, dat de goot het niet kan halzen; — (fig.) hij krijgt zoveel bezigheden, dat hij het niet halzen kan, niet aan kan; 2. (vandaar) tobben, moeite doen, wurmen: wij hebben er lang genoeg over gehalsd, 3. (zeew.) voor de wind (doe...
M. J. Koenen's (1937)
halsde, h. gehalsd (doorslikken): hij at zoveel, als hij kon halzen; fig. hij kon al dat werk niet halzen, afkrijgen.
Jozef Verschueren (1930)
('halzən) (halsde, heeft gehalsd) 1. doorslikken, doorzwelgen : hij at zoveel hij maar kon. 2. afkrijgen : meer werk dan hij kan.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Halzen - een manoeuvre met een zeilschip, waardoor men, voor den wind omgaande, over den anderen boeg bij den wind komt te liggen.
J.H. van Dale (1898)
HALZEN, (halsde, heeft gehalsd), (gew.) slikken, inzwelgen: hij at zooveel als hij halzen kon; het regent zoo, dat de goot het niet kan halzen; — (fig.) hij krijgt zooveel bezigheden, dat hij het niet halzen kan; — (vandaar) tobben, moeite doen, wurmen wij hebben er lang genoeg over gehalsd; — (zeew.) voor den wind doen wenden:...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: