halvezolen
halvezolen - Werkwoord 1. schoenen van halve zolen voorzien
J. van Donselaar (1936)
(halvezoolde, heeft gehalvezoold), van een lap op de zool voorzien (gezegd van een schoen). Ik ga m'n schoen laten halvezolen. - Etym.: Zie de omschrijving. In AN veroud. en daar alleen m.b.t. het voorste deel van de zool (WNT 1900); in BN ‘verhalvezolen’ = nieuwe halve zolen aanbrengen.
M. J. Koenen's (1937)
halvezoolde, h. gehalvezoold (schoenen van nieuwe halvezolen voorzien): zijn schoenen laten halvezolen.
Jozef Verschueren (1930)
(halvə'zo:lən) (halvezoolde, heeft gehalvezoold) van nieuwe halvezolen voorzien : schoenen -.
J.H. van Dale (1898)
HALVEZOLEN, (halvezoolde, heeft gehalvezoold), (schoenm.) eene halvezool op een schoen leggen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: