Wat is de betekenis van halvezolen?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

halvezolen

halvezolen - Werkwoord 1. schoenen van halve zolen voorzien

2024-03-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

halvezolen

(halvezoolde, heeft gehalvezoold), van een lap op de zool voorzien (gezegd van een schoen). Ik ga m'n schoen laten halvezolen. - Etym.: Zie de omschrijving. In AN veroud. en daar alleen m.b.t. het voorste deel van de zool (WNT 1900); in BN ‘verhalvezolen’ = nieuwe halve zolen aanbrengen.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halvezolen

(halvezoolde, heeft gehalvezoold), (schoenm.) een halvezool op een schoen leggen.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

halvezolen

halvezoolde, h. gehalvezoold (schoenen van nieuwe halvezolen voorzien): zijn schoenen laten halvezolen.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

halvezolen

(halvə'zo:lən) (halvezoolde, heeft gehalvezoold) van nieuwe halvezolen voorzien : schoenen -.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Halvezolen

HALVEZOLEN, (halvezoolde, heeft gehalvezoold), (schoenm.) eene halvezool op een schoen leggen.

Gerelateerde zoekopdrachten