Wat is de betekenis van Halsstreng?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halsstreng

v. (-en), halsriem.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Halsstreng

HALSSTRENG, v. (-en), halsriem; ...STUK, o. (-ken), (naaist., kleerm.) dat deel van een kleedingstuk, hetwelk bij den hals ligt; — (slag.) een stuk vleesch van den hals van het geslachte dier.

2024-04-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Halsstreng

Halsstreng, v. (-en), halsriem. *...STUK, o. tot de oude wapenrustingen behoorende; (slag.) van geslagt vee; (naaist. en kleêrm.) aan een hemd of rok. *...TALIE, v. (...ën), (zeew.). *...VRIEND, m. (-en), boezemvriend. *...ZAAK, v. zie HALSGEDING. *...ZEEL, m. hennepzeel.

Gerelateerde zoekopdrachten