Wat is de betekenis van Halshoep?

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halshoep

m. (-en), (kuip.) hoepel om de hals van een vat.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Halshoep

HALSHOEP, m. (-en), (kuip.) de tweede hoep of hoepel om het vat; ...HOUT, o. (-en), (rijt.) dwarshout waaraan de halsriemen van een tweespan zijn vastgemaakt; (molenm.) halsklos; ...JUK, o. (-ken), gareel, haam; ...KARKANT, m. (-en), karkant: ...KETEN, v. (-s), ...KETTING, m. (-en), keten die als sieraad om den hals gedragen wordt; — (Zui...

Gerelateerde zoekopdrachten