Wat is de betekenis van Hallel?

2024-04-24
Jodendom van A tot Z

Prof.dr. Pieter W. van der Horst (2006)

Hallel

het liturgische gebruik van de Psalmen 113-118 in de synagogale diensten op de hoge feestdagen; als Hallel Mitsri (= het Egyptische Hallel) gezongen op sederavond.

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Hallel

[Hebr. hallelu Jah = prijst Jahweh] joodse lofzang.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Hallel

(halel) lofzang

2024-04-24
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Hallel

lofzang; psalm 113 tot en met 118; hallel hagodel, het grote hallel: psalm 136; Hebreeuws hallel (hagadol), lof, lofzang (de grote).

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Hallel

Hebr. voor lofzang (Psalmen 113-118)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hallel

(Hebr.), o. (-s), lofzang; het grote Hallel, bij de Israëlieten de 113de tot en met de 117de psalm, omdat daarin bijzonder Gods weldaden, aan het Joodse volk bewezen, worden verheerlijkt; het kleine Hallel of kortweg Hallel, Psalm 115:1—12 en 116:1—11; (bij uitbr.) loflied, lofkreet.

2024-04-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

hallel

(Hebr.) v. lofzang.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hallel

o. hallels (Hebr. lofzang, halleluja): het grote hallel, Psalm 136; het Egyptisch hallel of kortweg Psalmen 114-118; ook, halel.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hallel

(hal'lel) o. (-s) [Hebr. loven] loflied, lofzang : het grote -, lofzang bestaande uit de Ps. 136; het kleine of Egyptische [wegens Ps. 114] lofzang bestaande uit de Ps. 113-118.