halfzacht
halfzacht - Bijvoeglijk naamwoord 1. (van karakter) variërend van 'niet doortastend genoeg' tot 'zacht gekookt eitje" 2. (kookkunst) (van eieren) niet hard en niet snotterig Woordherkomst samenstelling van half en zacht
Wiktionary (2019)
halfzacht - Bijvoeglijk naamwoord 1. (van karakter) variërend van 'niet doortastend genoeg' tot 'zacht gekookt eitje" 2. (kookkunst) (van eieren) niet hard en niet snotterig Woordherkomst samenstelling van half en zacht
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. (eig., van gekookte eieren) tussen hard en zacht in (met gestold wit en zachte dooier); 2. (oneig.) dwaas, halfgaar, mallotig.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. (eig. van gekookte eieren) tussen hard en zacht in (met gestold wit en zachte dooier); 2. (oneig.) dwaas, halfgaar, mallotig.
J.H. van Dale (1898)
HALFZACHT, bn. (van gekookte eieren) tusschen hard en zacht in (met gestold wit en zachten dooier).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: