Wat is de betekenis van Halfwassen?

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Halfwassen

adj., healwoeksen, handich.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halfwassen

bn., nog niet geheel volwassen; halfwassen brasem, scheepsjongen; ook minachtend voor aankomende jongelui.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

halfwassen

bn. (slechts ten halve volwassen): een halfwassen haan; een halfwassen juffertje.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

halfwassen

bn. slechts ten halve volwassen : een juffertje, haantje. → brasem.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

halfwassen

bn., nog niet geheel volwassen; brasem, scheepsjongen; ook minachtend voor aankomende jongelui.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Halfwassen

HALFWASSEN, bn. nog niet geheel volwassen; halfwassen brasem, scheepsjongen; (ook minachtend voor) aankomende jongelui.

2024-04-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)