Wat is de betekenis van halfvol?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

halfvol

halfvol - Bijvoeglijk naamwoord 1. voor de helft gevuld 2. ~le melk; melk waar ongeveer de helft van de vetten uit verwijderd is Marie giet altijd halfvolle melk bij haar ontbijtgranen. Woordherkomst samenstelling van half en vol

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halfvol

bn., slechts voor de helft vol of gevuld; — (scherts.) tweemaal halfvol, dronken; — zelfst. : een halfvolletje, een halfvol glas.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

halfvol

('half) bn. (-Ie) en bw. voor de helft vol.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

halfvol

bn., slechts voor de helft vol of gevuld; (scherts.) tweemaal -, dronken.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Halfvol

HALFVOL, bn. slechts voor de helft vol of gevuld.

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)