Wat is de betekenis van halfvocaal?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

halfvocaal

halfvocaal - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) halfklinker Woordherkomst samenstelling van half en vocaal

2024-03-29
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Halfvocaal

(m.), syn. glijklank; klank die een sterke gelijkenis vertoont met de klinker [i] of [u] als deze snel worden uitgesproken; namelijk respectievelijk [j] en [w].

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halfvocaal

v. (...calen), (taalk.) halfklinker.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

halfvocaal

v./m. (-calen), (taalkunde) halfklinker.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Halfvocaal

HALFVOCAAL, v. (...calen), (taalk.) zie HALFKLINKER.