Wat is de betekenis van halfuur?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

halfuur

Het begrip halfuur heeft 3 verschillende betekenissen: 1) periode van 30 minuten. periode die de helft van een uur duurt; periode van 30 minuten. Vaak aangetroffen in dezelfde combinaties als uur. 2) tijdstip, halverwege twee hele uren op de klok. elk van de tijdstippen waarop na een vol uur op de indeling van de klok een half...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

halfuur

halfuur - Zelfstandignaamwoord 1. (tijdrekening) een periode van 30 minuten Het was in een halfuurtje voor elkaar. Woordherkomst samenstelling van half en uur

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

halfuur

30 minute.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halfuur

o. (...uren), 1. tijdruimte van een half uur; een groot halfuur', ruim een half uur; — om het half uur een lepel, telkens als er weer een half uur voorbij is; 2. het tijdstip waarop sedert het laatste volle uur 30 minuten verlopen zijn: op het halfuur slaat de pendule maar één keer.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

halfuur

o. halve uren (dertig minuten): een halfuur wandelen: elk halfuur slaat de torenklok.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

halfuur

('halv) o. (.. uren; -tje) een half uur : elk slaat de torenklok; om het een lepel.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

halfuur

(het accent wisselt), o. (-uren), 1. tijdruimte van een half uur; een groot halfuur, ruim een half uur; om het halfuur een lepel, telkens als er weer een half uur voorbij is; 2. het tijdstip waarop sedert het laatste volle uur 30 min. verlopen zijn.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)