Wat is de betekenis van Halfstruik?

2024-03-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Halfstruik

z. Halfheester.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halfstruik

m. (-en), gewas waarbij slechts het benedengedeelte houtig en overblijvend is, terwijl het bovenste, kruidachtige deel jaarlijks afsterft.

2024-03-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Halfstruik

Suffrutex, een plant, bij welke slechts het onderste gedeelte van den stengel houtig en overblijvend is, terwijl het bovenste kruidachtig deel jaarlijks afsterft.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Halfstruik

HALFSTRUIK, m. (-en), plant waarbij slechts het benedengedeelte houtig en overblijvend is, terwijl het bovenste kruidachtig deel jaarlijks afsterft.

Gerelateerde zoekopdrachten