Wat is de betekenis van halfnaakt?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

halfnaakt

Het begrip halfnaakt heeft 2 verschillende betekenissen: 1) gedeeltelijk naakt. gedeeltelijk naakt; slechts gedeeltelijk gekleed; half gekleed; half ontkleed; vaak in het bijzonder: met ontbloot bovenlichaam; ook, ruimer: schaars gekleed; met slechts weinig of te weinig kleding aan of met zodanige kleding aan dat de indruk gewekt wordt dat i...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

halfnaakt

halfnaakt - Bijvoeglijk naamwoord 1. half gekleed maar ook half ontkleed Khadija (32), moeder van vier kinderen, maatschappelijk werkster zonder betaalde baan, draagt een donkerblauwe boerka. Alleen haar ogen zijn zichtbaar. Voor haar zou het ook als pesten voelen als ze zich niet meer zou mogen kleden als...

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halfnaakt

bn. bw., gedeeltelijk naakt; onvoldoende gekleed.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

halfnaakt

bn., bw. (ten halve naakt, half ontkleed): halfnaakte wilden: halfnaakt rondlopen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

halfnaakt

('half) bn. en bw. gedeeltelijk naakt.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

halfnaakt

bn. en bw., gedeeltelijk naakt; onwelvoeglijk gekleed.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Halfnaakt

HALFNAAKT, bn. bw. gedeeltelijk naakt; onvoldoende gekleed.