halfduister
halfduister - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: half-duis-ter 1. nog niet helemaal donker ♢ ze zat in de halfduistere ruimte te lezen Bijvoeglijk naamwoord: half-duis-ter de/het halfduistere ...
Muiswerk Educatief (2017)
halfduister - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: half-duis-ter 1. nog niet helemaal donker ♢ ze zat in de halfduistere ruimte te lezen Bijvoeglijk naamwoord: half-duis-ter de/het halfduistere ...
M. J. Koenen's (1937)
1. bn. (schemerachtig): de halfduistere kamer. 2. zn. o.: in het halfduister zitten, in de schemering.
Jozef Verschueren (1930)
1. bn. reeds gedeeltelijk duister. 2. o. tijd dat het halfduister is : in het zitten te praten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: