Wat is de betekenis van hakkelen?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hakkelen

hakkelen - Werkwoord 1. in kleine stukjes hakken, ergens kleine stukjes uithakken De gehakkelde aurelia is een vlinder met grof gekartelde vleugels. 2. (inerg) moeilijk en onzeker spreken met herhaling van klanken Na die moeilijke vraag hakkelde hij maar...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hakkelen

hakkelen - regelmatig werkwoord uitspraak: hak-ke-len 1. moeizaam uitspreken ♢ Dobert stond maar een beetje te hakkelen bij zijn spreekbeurt Regelmatig werkwoord: hak-ke-len ik hakkel ji...

2024-04-24
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Hakkelen

zie stamelgebreken.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hakkelen

v., stammerje, haffelje, hakkelje, hakkenje; -d spreken, net út 'e wurden komme kinne; -d uitbrengen, bistammerje; (fijnhakken), hakselje, hakkel) e, hakkenje.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hakkelen

(hakkelde, heeft gehakkeld), 1. uithakken, insnijden, inkepen: een gehakkelde bout; een stuk meubelsits met gehakkelde rand; 2. (gew.) stukhakken: hij hakkelt alles kort en klein ; 3. met stoten, stotterend, niet vlot spreken of lezen : zijn toast ging eerst vlot, maar al heel gauw begon hij te hakkelen; zich hakkelend verontschu...

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hakkelen

hakkelde, h. gehakkeld (freq. van hakken: in zijn woorden blijven steken, een weinig stotteren, stamelen): hij hakkelt, als men hem aankijkt.

2024-04-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Hakkelen

Hakkelen - →Stotteren.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hakkelen

('hakkələn) (hakkelde, heeft gehakkeld) I. [Frekw. hakken] insnijden, inkepen : een gehakkelde rand. II. [Frekw. hikken] niet vloeiend spreken omdat men te snel spreekt of omdat de woorden niet gauw genoeg komen : wat sta je daar weer te -? zich -d verontschuldigen. Syn. stamelen, stameren, stotteren.