Wat is de betekenis van hakkel?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hakkel

hakkel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hakkelen ♢ Ik hakkel 2. gebiedende wijs van hakkelen hakkel! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hakkelen hakkel je?

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

hakkel

gehakkel, stotter, stamel.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hakkel

m. (-s), door hakken ontstane kerf', keep met uitstekende punt: een staaf, een lat met hakkels ; bouten met opstaande hakkels aan de vier kanten.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hakkel

('hakkəl) m. (-s) door hakken ontstane kerf, keep met uitstekende punt : een staaf met -s.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hakkel

HAKKEL, m. (-s), door hakken ontstane kerf, keep, insnijding: eene staaf ijzer, eene lat met hakkels; bouten met opslaande hakkels aan de vier kanten.